Van Der Linden Julien, Adolphe, Théodore catholique
né en 1848 à Merchtem décédé en 1911 à Bruxelles
Représentant 1894-1911 , élu par l'arrondissement de Bruxelles(Extrait de La Chambre des représentants en 1894-1895, Bruxelles, Société belge de Librairie, 1896, pp. 416-417)
VAN DER LINDEN, Julien-Adolphe-Théodore,
Représentant catholique pour l’arrondissement de Bruxelles, né à Merchtem le 8 février 1848
Avocat près la Cour d'appel de Bruxelles et président d'honneur de la Conférence flamande du barreau, M. Van der Linden est l'un des plus ardents défenseurs des droits des Flamands. Il collabore à plusieurs revues flamandes : De Vlaamsche School, Nederlandsche Dicht) en Kunsthalle, etc., ainsi qu'à L'Art Moderne, au Journal des Tribunaux et aux Annales de la Société d'archéologie de Bruxelles.
Conseiller provincial pour le canton d'Assche depuis 1874, il fut élu membre de la Chambre des représentants pour l'arrondissement de Bru xelles, au ballottage du 21 octobre 1894, par 106,619 voix.
M. Van der Linden fut mêlé à différentes discussions ; il fit rapport au nom de la section centrale sur les projets de loi portant réduction des droits d'enregistrement et de transcription sur les acquisitions des petites propriétés rurales, modifiant les doits successoraux pour le conjoint survivant et réduisant la contribution foncière grevant les terres arables. Il est l'auteur d'une proposition de loi relative à l'emploi de la langue flamande devant la juridiction militaire.
M. Van der Linden est chevalier de l'Ordre de Léopold.
(Extrait du Soir, du 20 octobre 1911)
Un des membres les plus distingués de la députation catholique et indépendante de notre arrondissement, M. Julien Van Der Linden, est décédé cette nuit des suites d'une pneumonie.
M. Van der Linden était né à Merchtem, le 8 février 1848. Après de solides études au collège Saint-Michel, il fit son doctorat en philosophie et lettres et son droit à Louvain. Depuis 1870, il était inscrit au Barreau de Bruxelles.
Après avoir représenté pendant vingt ans. - de 1874 à 1890 – le canton d’Assche au Conseil provincial, il fut élu représentant de Bruxelles au ballottage du 21 octobre 1881, et, depuis, siégeait à la Chambre.
M. Van Der Linden était un avocat de grand talent juridique, en même temps qu’un érudit. Il ne joua qu'un rôle relatif au parlement ; la politique, en effet, eut toujours moins d'attraits pour lui que l'archéologie et les sciences, dans lesquelles il excellait, et Il était notamment un de nos folkloristes les plus distingués.
Par sa modération même et l'aménité de son caractère, il ne s’était conquis que des sympathies au Parlement et au Barreau, et l'on peut dire, sana recourir au cliché, qu'il ne comptait que des amis.
(Extrait du Het Laatste Nieuws, du 21 octobre 1911)
De katholieke partij van Brussel komt in den persoon van den heer volksvertegenwoordiger Juliaan Vander Linden, verleden nacht aan een longontsteking bezweken, een gevoelig verlies te ondergaan.
Geboren te Merchtem in 1848, studeerde hij aan de hoogeschool van Leuven en werd in 1870 aan de advokatentabeI der Brusselsche balie ingeschreven.
Sedert 1884 zetelde hij in de Kamer, waar hij nochtans de maat van zijn talent niet deed gelden. Hij toonde zich evenwel in alle omstandigheden een overtuigd Vlaamschgezinde, vertegenwoordigde meermaals de Belgische Regeering op de wederlandsche taalkongressen en deed ter Kamer de wet Renkin-Vander Linden op het gebruik der Nederlandsche taal voor het assisenhof van Brabant stemmen.
Als rechtsgeleerde stond hij hoog aangeschreven en zou stafhouder der Brusselsche balie zijn benoemd verleden jaar, hadden de Waalsche advokaatjes geen kabaal tegen hem gevoerd omdat de wet Renkin-Vanderlinden deed stemmen.
(Extrait du Handelsblad van Antwerpen, du 20 octobre 1911)
(Van onzen parlementairen briefwisselaar.)
Brussel, 19 Oct.
M. Juliaan Van der Linden, katholiek volksvertegenwoordiger van Brussel, is dezen morgend schielijk overleden en het nieuws van dit onverwachte afsterven heeft in de rechterlijke wereld en in alle Vlaamschgezinde kringen eene smartelijke ontroering teweeg gebracht.
Hij was sedert lang ziekelijk en toch is hij nog bijna subiet weggesleept, ten gevolge ener longontsteking, die hem dezer dagen op het lijf was gevallen.
In het gerechtshof, waar in parlementairen vacantietijd, het politieke en openbare leven saamgetrokken is, was de deelneming algemeen : Mr Juliaan Van der Linden toch blikte terug op een beroepsleven van 40 jaren en was omringd door de achting van al zijne confraters.
Om Juliaan Van de Linden best te waardeeren, moest men tot zijne getrouwen behoren ; dan eerst had men hem gelijk hij was, 't is te zeggen met zijn ontwikkelden geest, met zijnen schat van kennissen, met die meesterschap over zichzelven, die geheel en al een karakter wist te verbergen, dat vurig zijne idealen en gedachten kon verdedigen.
Geboren te Merchtem op 8 Februari 1848 - midden van dit Vlaamsche land, dat hij zoo hartstochtelijk lief had en dit Vlaamsche volk, wiens ziel hij zoo innig begreep - deed Juliaan Van der Inden zijne humaniteiten in St-Michelscollege te Brussel, zijne philosophie in het Collège de la Paix te Namen en zijne hoogere studiën te Leuven. In 1870 was hij dokter in de recht et dokter in wijsbegeerte en letteren.
't Is te Brussel dat de zeer jonge advocaat zich ging vestigen en spoedig verwierf hij op het Gerechtshof de faam van een beslagen rechtsgeleerde en van een bekwaam pleiter.
In zijne vrije uren bezocht hij de kunstkringen en ook de Vlaamschgezinde middens, waar hij, ondanks zijne Fransche studiën, gedijde tot een der meestovertuigde kampioenen van ons volksrecht.
In zijn geboortestreek - het kanton Assche - was hij allemans vriend en reeds in 1874 werd hij naar den provincialen raad van Brabant gezonden, waarvan hij bleef deel, maken tot in 1894, toen het arrondissement Brussel hem, bij de herstemming van 21 October, naar de Kamer zond. Sinds dien is hij onafgebroken verkozen geweest.
Alhoewel zeer gewaardeerd in de Kamer, en als verslaggever een voornaam deel genomen hebbend in het opmaken van verscheidene belangrijke wetten, deed hij er nochtans de maat van zijn talent niet gelden. Hij toonde zich in alle omstandigheden een overtuigd Vlaamschgezinde, vertegenwoordigde meermaals de Belgische regeering op de wederlandsche taalcongressen en deed ter Kamer de wet Renkin-Van der Linden op het gebruik der Nederlandsche taal voor het assisenhof van Brabant stemmen.
Juliaan Van der Linden was een der beste folkloristen, geschiedvorschers en oudheidkundigen in land. Geduldig verzamelaar wist hij merkwaardige collecties samen te brengen ; ook erkende de Academie Van Oudheidkunde van België zijne verdiensten, door hem vroeger het voorzitterschap toe te vertrouwen.
Als rechtsgeleerde stond hij hoog aangeschreven en zou stathouder der Brusselsche balie zijn benoemd verleden jaar, hadden de Waalsche advokaatjes geen kabaal tegen hem gevoerd omdat hij de wet Renkin-Van der Lind deed stemmen.
Eere-voorzitter van de Vlaamsche Conferentie der Balie. werd hij in Januari laatst leden door zijne medewerkers en stagiarissen met luister zijn 10-jarig ambtsjubilé en zijne bevordering tot commandeur der Leopoldsorde gevierd.
In de Kamer was hij nevens Staatstminister Beernaert gezeten, en zijne eeuwig stille, bezadigde, roerlooze houding contrasteerde fel naast de beweeglijkheid van dien eeuwig jong blijvenden staatsman, die geen vijf minuten op dezelfde plaats kan blijven zitten.
Zijne opvolging in de Kamer, schrijft onze parlementaire briefwisselaar, zal een zeer bevreemdenden toestand teweeg brengen.
Voir aussi :
1° S. VANDENBOGAERDE – H. VAN GOETHEM Van der Linden, Juliaan, dans Digitale Encyclopedie van de Vlaamse beweging (consulté le 24 décembre 2025)
2° P. FREDERICQ, Schets eener geschiedenis der Vlaamsche Beweging, III (1908);
3° In Memoriam Juliaan van der Linden 1845-1911, in Rechtskundig Tijdschrift, jg. 12 (191.. p. 256-260):
4° I. TEIRLINCK. Juliaan van der Linden (1920) ;
5° H.J. ELIAS, Geschiedenis van de Vlaamse Gedachte. IV (1965)