Vanderheyde Jules (1861-1935)

(Extrait de LIVRAUW F., Le Parlement belge en 1900-1902, Bruxelles, Société belge de Librairie, 1901, p. 229)

Avocat du Barreau d'Ostende. - Fit ses études au Collège Notre-Dame, à Ostende, et suivit les cours de l'Université catholique de Louvain : obtint le diplôme de docteur en droit en 1884. - Représenta le canton de Ghistelles au Conseil provincial de la Flandre occidentale de 1898 à 1896. — Elu pour la première fois membre de la Chambre le 3 juillet 1896, il a été réélu le 27 mai 1900.

---

(Extrait de ODIS, (consulté le 22 décembre 2025)

OPLEIDING/DIPLOMA:

1884: doctor in de rechten KU Leuven.

LOOPBAAN:

1888-1896: provincieraadslid West-Vlaanderen (kandidaat voor de katholieke partij in kanton Gistel)

05/07/1896-1900: volksvertegenwoordiger arr. Oostende-Veurne-Diksmuide;

27/05/1900-10/01/1908: volksvertegenwoordiger arr. Veurne-Diksmuide-Oostende;

06/03/1911-1919: senator arr. Veurne-Diksmuide-Oostende, ter vervanging van Th. de Limburg-Stirum;

1921-: schepen in Oudenburg;

Bestuurslid Kortrijkse Onderlinge (verzekerings)maatschappij;

Jules Vander Heyde was als grootgrondbezitter lid van de Landbouwgroep binnen de Katholieke Partij. Hij nam ook bestuursmandaten op in diverse landbouworganisaties:

Voorzitter van de Maatschappij voor Hofbouw en Plantenkweek;

1913-1935: voorzitter Spaar- en Leengilde Oudenburg;

(1922)-(1930): voorzitter van de Aankoopafdeling Oudenburg.

(Bronnen : P. Van Molle, Het Belgisch parlement, p. 342; Leen Van Molle, Katholieken in Landbouw, p. 268)