Huyshauwer Auguste catholique
né en 1862 à Gand décédé en 1926 à Gand
Représentant 1894-1900 (Gand) et 1902-1904 (Gand-Eecloo) et 1908-1926 (Gand-Eecloo)(Extrait de La Chambre des représentants en 1894-1895, Bruxelles, Société belge de Librairie, 1896, p. 349)
HUYSHAUWER, Auguste,
Représentant démocrate chrétien pour l’arrondissement de Gand, né à Gand le 29 janvier 1862
Contremaître typographe, M. Huyshauwer siège à la Chambre comme démocrate chrétien et consacre ses moindres loisirs à combattre le socialisme par la plume et par la création de sociétés antisocialistes. Dans cet ordre d'idées, il collabore au journal gantois Het Volk et est le fondateur de nombreuses ligues : « De Algemeene Bond van Werklieden en Burgers van Gent », « De Vrije Bond van ziekenbeurzen », « De Metaalbewerkersbond », « De Katoenbewerkersbond », « De Schildersbond », « De Vlasbewerkersbond » et de la Société de secours mutuels dite : « Broederliefde ». Il est en outre secrétaire de plusieurs de ces sociétés.
M. Huyshauwer a été élu membre du Parlement, le 14 octobre 1894, avec 59,217 voix, en opposition aux libéraux et aux socialistes.
(Extrait du Het Volk, du 6 mai 1926)
Door een opdrang getroffen is onze vriend en leider volksvertegenwoordiger HUYSHAUWER, die reeds een tijd kwellende was, gistermorgen nogal haastig gestorven.
In zijn werken schrijft de groote Bossuet dat de zondvloed met zijn nasleep van ellenden, maar éénmaal de wereld beproefde. Onze kristen arbeidersbeweging wordt onophoudend getroffen, slag op slag, in haar eerste, knapste en verknochtste stichters en aanvoerders. Op het einde van den oorlog werd ons de hoofdleider Arthur Verhaegen ontnomen. En dan vielen ze met ontstellenden spoed : schepen Emiel Vandermotte, gemeenteraadslid Theofiel Crevals, mutualiteitbeambte Theofiel Claeys, opsteller aan ons blad Ferdinand De Clercq, schepen Philiep De Munnynck, de vereenigingsleiders Pieter Souwerck en Adolf Huycke, verleden week onze uitgever, provincieraadslid August Van Iseghem, en nu reeds moeten wij de droeve reeks met den naam van onzen diep-geliefden volksvertegenwoordiger Huyshauwer aanvullen.
* * *
Gustaaf Huyshauwer was pas zijn vijf-en-zestigste levenjaar ingetreden.
Gelijk dc meeste der volkskinderen werd hij nog vóór den eersten communietijd naar 't fabriekwerk gestuurd, om met die geringe verdienste in de huishoudelijke noodwendigheden te helpen voorzien.
Denkelijk onder den invloed van zijn natuurlijken aanleg en werkzaamheid, kreeg hij de gelegenheid den letterzettersstiel aan te leeren.
Van bij den aanvang stond hij in de rangen der arbeidersbeweging, in een begeesterende overtuiging, twee verheven doeleinden beoogende : het verdrukte volk uit zijn onverdiende armoe weer verheffen en het tegelijkertijd ook voor zijn hoogste goed, voor zijn Geloove, bewaren.
In een overlijdensbericht een Huyshauwer willen beschrijven, is effenop onmogelijk. Een gansche boekdeel is daarmede te vullen. Want aan Huyshauwer hangt nauw verbonden de gansche gehangt nauw verbonden de gansche geschiedenis der arbeidersbeweging, niet alleen te Gent maar door gansch den lande, want hij heeft mede,. in eene machtige durfkracht, het woord gevoerd hier en in honderd andere plaatsen, en een der eerste trad hij in het Belgisch Parlement, door de katholieke werklieden vrij op de gemeenzame katholieke lijst aangeduid.
Kort gaan wij zijn heerlijke en vruchtbare maatschappelijke en politieke levensbaan pogen te schetsen.
In 1886 zien wij hem met Gustaaf Eylenbosch, Gustaaf Van Iseghem, Leo Bruggeman Gust Bleyn, Marten en Jan Broeckaert, Leo en Jozef De Martelaere, Theofiel Claeys en denkelijk nog andere durvers, den Algemeenen Bond van Werklieden en Burgers tot stand brengen.
't Was een eerste pogen om het socialisme te stuiten, dat toen in zijn woesten godsdiensthaat, de eerst hernomen arbeiders-organisatie der Gentsche wevers van de jaren 1864 had vernietigd.
Korts daarna stond hij flink en, daadkrachtig aan de zijde van Gustaaf Eylenbosch om den verbrokkelden onderlingen bijstand der Gentsche Werklieden op nieuwe grondslagen te vestigen, en aldus werd onze vrienden het instellen der geneeskundige diensten in 't leven geroepen.
Van onze huidig sterke ziekenbeurzen is Gustaaf Huyshauwer een grondlegger geweest en door dik en dun is hij er de aanleider van gebleven, zoo voor het oprichten van de ziekenbeurs Broederliefde, het tot stand brengen van de eerste vrouwenziekenbeurs in België Troost en Zusterlielde en het doen opbloeien van den Vrijen Bond der Ziekenbeurzen.
Maar die groote werkzaamheid in de schoone onderlinge bijstandsbeweging lette hem niet, de arbeiders-organisatie in al haar noodige vertakkingen te steunen.
Hij was ook een overtuigd syndikalist, omdat hij wel besefte dat het lot van den werkman, hoofdzakelijk door de syndikale macht moest verbeterd worden.
Hij was een samenwerker, wetende dat de werkmaJ1 aldus de gelegenheid vindt aan zijn loon eene hoogere koopkracht te schenken en zich de deugdelijkste levensbenoodigheden tegen billijke prijzen aan te schaffen, wijl hij in de winsten ook deelgenoot wordt.
Als bestuurlid onzer bloeiende, kloek gevestigde de samenwerking is hij gestorven.
Huyshauwer ondervond al strijdende de hooge behoefte voor ons volk der verstandelijke ontwikkeling. Hij gaf het voorbeeld van leerzaamheid in zelfonderricht en studiekringen ; hij hielp mede om onze bladen te verwekken en de kristen werklieden een eigen orgaan, ons blad Hel Volk, te verschaffen.
Reeds van 't jaar 1894 zetelde hij, slechts met een korte tusschenpoos onderbroken, als werkmansvertegenwoordiger in 't Belgisch Parlement. Zoo groot was er zijn gezag dat hij den 11 Juni 1908 tot secretaris van het bureel der Kamer werd aangesteld.
Aan het oprichten van een Ministerie van Arbeid en aan die prachtige reeks arbeidswetten die zelfs door den socialistischen volksvertegenwoordiger M. Destrée geprezen en geloofd werden, heeft Huyshauwer een voornaam aandeel.
Zoo gaarne hadden Wij van Huyshauwer, bij gelegenheid van 't vijf en dertigjarig jubelfeest van Rerum Novarum een beschrijving gehad over onze Belgische arbeidswetgeving, doch de gelegenheid er toe is ons niet meer gegund geworden.
Dat Gustaaf Huyshauwer den Antisocialistischen Werkliedenbond in 1890 hielp stichten, is zoo natuurlijk dat er geen bijzonderen nadruk dient op gelegd te worden. Aldus waren alle machten in één geheel samengetrokken en kon onder de hoofdleiding van Arthur Verhaegen, zaliger, de christen arbeidersbeweging in Gent de machtige rol spelen, waarop wij heden-ten-dage met fierheid mogen wijzen en waaraan door elkeen hulde wordt geboden : een kloeke syndikale organisatie en waaraan door, 29.000 leden in onzen onderlingen bijstand, bijna 7.000 gezinnen in onze samenwerking, een sterk lezerstal van Hel Volk, invloedrijke vertegenwoordiging in alle lichamen waar de werkliedenbelangen moeten worden gesteund en vooruitgeholpen !
* * *
In zijn Vingt-cinq années d' Action Sociale schetst Arthur Verhaegen den afgestorvene in enkele Iijnen treffend :
“Letterzetter August Huyshauwer, heeft van bij den aanvang der bewegmg onder zijne vrienden eene groote populariteit genoten. Sympathiek, dienstbaar, belangloos, verknocht aan de ziekenbeurzen en de syndikaten, werd hij door de werklieden zonder aarzelen aangeduid, om ze op de katholieke lijst voor de Kamerverkiezingen van af 1894 te vertegenwoordigen. »
* * *
Inderdaad, Huyshauwer was een man
tot secretaris van het bureel der Ramer werd aangesteld. Aan het oprichten van cen Ministerie van ongeëvenaarde populariteit en van buitengewonen ingrijpenden invloed op het volk.
Het geheim hiervan dient hoofdzakelijk in zijn karakter gezocht te worden.
’t Was een durver, een karaktermensch. En dat kwam overal tot uiting, in zijn doen en spreken. Daar zag men hem staan in de volksvergaderingen met zijn gezonde, vlaamsche kop, het programma van de heerlijke christene arbeidersbeweging ontwikkelende, medeslepende zijn toehoorders, omdat men voelde dat hier een man sprak die vist wat hij wilde en het ook winnen zou !
En zijn innemenden omgang met de menschen ! Voor elkeen was hij in de volste oprechtheid vriendelijk, zoodat hij ook bij de tegenstrevers en de menschen uit de andere standen, de hoogste achting en waardeering genoot.
Wie eenmaal met Huyshauwer in betrekking was gekomen, bleef hem kennen, beminnen, hoogschatten. Het huishauwers-gebaar en de huishauwers-lach waren van Huyshauwer eigenschappen, die wij onmogelijk zullen kunnen vergeten.
Maar dat gebaar en die lach waren geen oppervlakkige vernislagen. Ze stroomden op uit zijn hart in een onbedwingbare neiging tot behulpzaamheid om iedereen te helpen en bij te staan. Een huis is er zeker in geheel Gent niet, dat zooveel bezoekers heeft ontvangen als het huis dat Huyshauwer bewoonde. Men kwam om zijn nood te klagen, om hulp te verkrijgen en geen is ooit ongetroost weggegaan.
* * *
De doodsbrief van Gustaaf Huyshauwrer bevat : Secretaris der Kamer van Bolksvertegenwoordigers, lid der Derde Orde van den H. Franciscus, lid van gen Kerkraad van S. Martinus (Akkrgem), Bestuurlid van den Werkliedenbond « Het Volk » en der Samenwerking “Het Volk”, voorzitter van S. Jozefswerkminskring, Eerevoorzitter van S. Antoninskring (Paters Recoletten) en der Katholieke Jonge Wacht “Het Volk. », Commandeur in de Leopoldsorde, vereerd met de eerteekens Pro Ecclesia el Pontifice, Onderlingen Bijstand 1e klas, Burgerkruis eerste klas, weduxvnaar van mevrouw Blanche Tridon, geboren te Gent den 29 Januari 1862, en godvruchtig overleden den 5 Mei 1926, voorzien van de laatste HH. Sacramenten.
* * *
Huyshauwer is niet alleen geweest een groot sociaal werker en een invloedrijk politiek man, maar hij was ook een getrouw, nederig, onderdanig kind van onze Moeder de H. Kerke, altijd en overal heeft hij dat stichtend beleden en bewezen.
Door hem te verliezen worden we dus en alle opzichten diep beproefd.
Hij heeft hier geen ruste gekend.
Wij mogen echter hopen, en dat is toch een groote vertroosting voor den christen mensch, dat hij bij den Heer de verdiende belooning reeds heeft ontvangen.
(Extrait du Gentenaar, du 6 mai 1926)
M. August Huyshauwer, volksvertegenwoordiger van den katholiek werkliedenbond van het arrondissement Gent-Eeklo, sekretaris der Kamer, is Woensdag morgend te Gent godvruchtig overleden, in den ouderdom van 64 jaren.
M. August Huyshauwer, uit den nederigen werkmansstand gesproten, was ook een der stichters der anti-socialistische werkersbeweging en een der eerste voormannen der aan hunnen oorsprong, der verschillende christene syndikale en mutualiteits-organismen.
Als vertegenwoordiger der katholieke werklieden in 1894 door het kiezerskorps naar de Kamer gezonden, bleef hij sindsdien zonder onderbreking lid van ons parlement, waar hij de algemeene achting en sympathie genoot, zoo van vrienden als van tegenstrevers.
M. August Huyshauwer maakte in 1896 ook deel van den Gentschen gemeenteraad.
Van rechtschaper. gematigd en uiterst gedienstig karakter, genoot de betreurde aflijvige de algemeene Volksgenegenheid. Hij wist volksredenaar met talent tot de massa te spreken en bij haar zijne eigene gedachten en overtuiging te doen doordringen, dikwijls menigen terughoudende van den weg der dwaling, of terugbrengende tot de goede gevoelens.
Man van diep et vast geloof, streed M. Huyshauwer immer in volle overtuiging voor de goede zaak.
Sedert geruimen tijd werd hij door ene onverbiddelijke kwaal ondermijnd ; niets echter liet een zoo al te vroegtijdig einde voorzien.
God loone, naar zijne menigvuldige verdiensten, zijn trouwen dienaar.
Zijn aandenken zal in eere bewaard blijven.
(Extrait de De Volksgazet, du 8 mai 1926)
Deze week bracht on een sterfgeval in de Kamer. De heer Huyshauwer, kamerlid van Gent, overleed in den ouderdom van 64 jaar.
De heer Huyshauwer was een zeer sympathieke personaliteit uit de parlementaire wereld. Niet dat hij een vooraanstaande rol speelde – hij was een vooraanstaande in persoon – maar hij zetelde sedert jaren in de Kamer en men was vertrouwd geraakt met zijn aanwezigheid. De heer Huyshauwer was een werkman, en gewezen letterzetter, die zich verdienstelijk maakte in de christen werkersbeweging te Gent en door iedere geprezen werd om zijn eenvoud, zijn hartelijkheid en toewijding. Hij was lid van het bureel. Hij was ook flamingant en niets was plezieriger om na te hooren dans de wijze waarop hij de manie kontrarieerde van hen, die bij de naamafroeping al de Vlaamsche namen franciseeren. Als hij bij een temming de namen afriep, werden al de Fransche namen vervlaamscht en wegens hey ongewone trof dat steeds aller oor op de meest vermakelijke wijze.