Hollevoet Henri, Auguste libéral
né en 1833 à Menin décédé en 1911 à Molenbeek-Saint-Jean)
Représentant entre 1892 et 1894, élu par l'arrondissement de Bruxelles(Extrait de L’indépendance belge, du 18 novembre 1911)
M. Hollevoet, bourgmestre de Molenbeek-Saint-Jean, est mort vendredi matin, succombant à l'affection qui le tenait éloigné depuis longtemps des affaires communales.
Le vénérable magistrat, qui était presque octogénaire, appartenait au Conseil communal depuis plus de quarante ans ; il occupa les fonctions de bourgmestre durant trente-deux ans. C'était le doyen des bourgmestres de l'agglomération bruxelloise. En raison de son état de santé et de son grand âge, il n'avait plus accepté le renouvellement de son mandat aux dernières élections.
M. Hollevoet un administrateur de premier ordre, qui avait su équilibrer les finances communales, malgré les conditions particulièrement difficiles que cette […] dans un faubourg dont la population est en grande majorité composée d'ouvriers et de contribuables modestes.
(Extrait de Het Laatste Nieuws, du 18 novembre 1911)
In den nacht van Donderdag op Vrijdag. is de heer Hollevoet, burgemeester van St-Jans Molenbeek, overleden aan de lange zieke die hem sedert verscheidene jaren verwijderd hield van het beheer der openbare zaken.
Modelbeek verliest in zijn eersten magistraat een man van groote beteekenis, een burgemeester, die slechts geleefd heeft, mag men zeggen, voor den bloei en de welvaart der gemeente, die hij bestuurde.
Van West-Vlaamschen oorsprong, was M. Hollevoet na zijne studiën van ingenieur aan de hoogeschool te hebben geëindigd, zich te Molenbeek komen vestigen, waar hij dadelijk plaats nam in den gemeenteraad, schepen werd en het burgemeestersambt bekleedde.
Veertig jaar lang zetelde hij in den raad en bleef 32 jaar burgemeester.
Met veel plechtigheid herdacht M. Hollevoet zijn 25-jarig jubelfeest als burgemeester, waarbij zich zelfs zijne politieke tegenstrevers aansloten.
Gedurende lange jaren zetelde hij ook in de Kamer als volksvertegenwoordiger voor Brussel.
De zieke legde hem in den laatsten tijd volledig rust op en het burgmeesterambt werd in zijne plaats waargenomen door den hr. Schepen Mettewie.
In de jongste verkiezing had burgemeester Hollevoet de vernieuwing van zijn mandaat als raadslid nier meer aangevraagd.
Hij sterft in zijn 79e jaar.
(Extrait du Vooruit, du 20 novembre 1911)
Molenbeek. Mijnheer Hollevoet, burgemeester onzer gemeente is vrijdag morgend om 3 1/2 ure gestorven, en was gedurende 32 jaren de eerste magistraat onzer volkrijke voorstad.
Hij werd geboren te Meenen den December 1833. In 1872 werd hij gemeente raadslid benoemd en bleef het tot 1876. Van bij zijn intreden in den raad stelde hij zich aan den hevigsten tegenstrever van den toenmaligen burgemeester, die hem in 1867 door de correctioneele rechtbank had doen veroordeelen een bouwtaks van 36 franken te betalen.
M. Hollevoet heeft later bekend dat het die hem het deze veroordeeling was die hem naar het politiek leven leidde.
In den gemeenteraad stelde hij verschillige malen een blaam voor aan het college en burgemeester.
Een of twee malen organiseerde Hollevoet en zijne vrienden de werkstaking in den raad ten einde het college in de onmogelijkheid te stellen tot een stemming over te gaan. De tegenstrevers vrweten hem dat hij vroeger klerikaal was en hij de katholieke partij te Koekelberg had verlaten omdat hij er geen raadslid kon worden.
Te Molenbeek, in 1872, tijdens eene kiesperiode, gingen de pastoors van huis tot huis om de kiezers aan te raden voor M. Hollevoet te stemmen zoo verweet hem toch burgmester De Bock.
In 1873 bracht de koning een bezoek aan de akademie : de kosten beliepen tot 456.37 fr. en M. Hollevoet deed dit krediet verwerpen.
Het was hij ook die in eene redevoering verklaarde dat het burgemeesterschap eene niet betaalde doch eerepost moest zijn. In 1876 gaf hij zijn ontslag van raadslid en werd opnieuw gekozen in 1878. Het liberaal ministerie benoemde M. Hollevoet den 5 Januari 1879 als burgemeester.
In 1885 werd hij kommisaris van het gemeentekrediet en in 1903 werd hij als bestuurder der instelling benoemd.
Hij was ook bestuurder, sedert 1896, der Brusselsche zeevaartinstellingen, alsook lid der kommissie ingesteld door het artikel 58 der wet van 28 Juni 1822, op de personeele belasting, en maakte deel van het toezichtkomiteit van den Entrepot.
Alhoewel een erge tegenstrever der socialistische gedachten bewees M. Hollevoet in 1893, aan da werklieden-partij een groote dienst. 't Was tijdens de algemeene werkstaking. Het klerikaal gouvernement had aan al de burgemeesters van Brussel en voorsteden orde gegeven de werkstakers zich op hun grondgebied niet te laten vergaderen. Al de burgmeesters onderwierpen zich. M. Hollevoet weigerde te gehoorzamen en zegde dat hij alléén meester was in de gemeente. Des anderdaags vergaderden 20.000 werklieden op de Hertoginneplaats, terwijl de Algemeene Raad beraadslaagde op het eerste verdiep van het politiebureel.
Door zijn moedige en vastberadene daad heeft M. Hollevoet veel bijgedragen ons een groot bloedbad te beletten die de regeening zinnens was de arbeidende toe te dienen.
De begraving van M. Hollevoet zal plaats grijpen maandag 20 November, om 2 ure namiddag. Het lijk zal ten gemeentehuize geplaatst worden en de bevolking zal toegelaten worden het te komen groeten
(Extrait du Journal de Charleroi, du 21 novembre 1911)
Une page d'histoire.
La mort de M. Hollevoet remet en mémoire une page de notre histoire politique, une page pleine d'angoisse.
C'était en 1893, pendant les troubles déchaînés par la révision de la Constitution. La Chambre ne parvenait pas à résoudre le problème posé, et la foule s'énervait. Il y avait eu à Bruxelles de graves bagarres. Et l'on avait décidé d'interdire les meetings en plein air. A la demande du pouvoir central, les bourgmestres de l’agglomération avaient tous pris un arrêté dans ce sens. Tous, sauf le bourgmestre de Molenbeek. Il fallait, lui semblait-il, laisser à la foule, si l'on ne voulait pas l’exaspérer et s'exposer aux plus graves événements, lui permettre de se réunir quelque part, comme elle en avait manifesté le désir, le 10 avril, qui semblait être le jour décisif, celui au coure duquel la Chambre prendrait une résolution. L'atmosphère était fièvreuse.
M. Hollevoet autorisa donc un meeting en plein air, le matin place de la Duchesse, à Bruxelles, et la formation d'un cortège.
Il y eut, place de la Duchesse, quinze ou vingt mille personnes, à qui Volders annonça que le bourgmestre permettait la formation d'un cortège.
Mais le gouvernement insistait. Le général commandant la garde civique de Bruxelles avait donné des ordres aux chefs de la garde civique. Et le lieutenant-colonel Peeters avait reçu, par téléphone, celui de disperser les rassemblements. Le colonel refusa d'exécuter cet ordre, déclarant qu'il n'agirait que d'accord avec le bourgmestre.
Et le cortège formidable circula sans incident.
Ce jour-là l'énergie de M. Hollevoet nous sauva peut-être des plus graves événements. Que serait-il arrivé si l'on avait voulu disperser cette foule surexcitée et qui se fut heurtée, à la limite du faubourg, aux ponts gardés par la garde de Bruxelles ?
(Extrait du Petit bleu du matin, du 18 novembre 1911)
M. Henri Hollevoet, bourgmestre de Molenbeek-Saint-Jean, est mort vendredi matin, succombant à la maladie qui le tenait éloigné depuis longtemps de la vie publique et l’avait obligé, aux dernières élections, à ne pas accepter le renouvellement de son mandat.
Henri-Auguste Hollevoet était né à Menin, le 26 décembre 1833. Il fut élu pour la première fois conseiller communal le 1er juillet 1872 et dès 1875 fut nommé échevin. Démissionnaire en 1870 et réélu conseiller en 1878, il fut nommé bourgmestre le 5 janvier 1879. Nous le retrouvons, exerçant la première magistrature de la commune où pendant trente-trois ans, il employa une intelligence et une énergie remarquable au service de la chose publique. Son mandat lui fut en effet successivement renouvelé en 1884, en 1890, en 1895 et en 1903. M. Hollevoet fut élu conseiller provincial en 1878. En mai 1892, il acceptait à nouveau d’ajouter aux fatigues de sa charge celles de participer aux travaux du Conseil provincial. La même année, M. Hollevoet fut élu membre de la Chambre des représentants où il siégea comme libéral. Mais il ne fut pas réélu au ballotage d’octobre 1894. Il fut le promoteur de la loi du 18 juillet 1893, obviant aux inconvénients résultant de l’extension abusive donnée à la loi du 10 août 1889 sur les habitations ouvrières et qui menaçait de compromettre les finances communales (contribution personnelle).
Le défunt fut aussi commissaire de la Société communale, administrateur du Crédit communal, membre du conseil d’administration de la Société anonyme du Canal et des Installations maritimes depuis 1896, et vice-président de cette société depuis 1905. La Députation permanente le désigna pour présider la commission provinciale de voirie du quartier Maritime. Enfin, en 1905, M. Hollevoet fut nommé président d’honneur de la Société intercommunale pour le voûtement de la Senne.
Le défunt, qui fut conseiller pendant trente-sept ans et bourgmestre durant trente-trois ans, avait obtenu les distinctions honorifiques suivantes : Chevalier de l’ordre de Léopold, Croix civique de première classe, officier de l’ordre de Léopold, Médaille commémorative du règne de S.M. Léopold II, Croix civique de première classe.