Dierckx Pierre (1828-1921)

(Extrait de La Chambre des représentants en 1894-1895, Bruxelles, Société belge de Librairie, 1896, p. 321)

Dierckx, Pierre-Joseph-Marie-Antoine, représentant catholique pour l’arrondissement de Turnhout, né à Turnhout le 10 juin 1828

Elu conseiller communal à Turnhout, le 21 décembre 1865, M. Dierckx a été nommé premier échevin le 17 décembre 1866 et bourgmestre le 21 mars 1889.

Le 3 mars 1887, il entra à la Chambre des représentants. où il remplaça M. de Zerezo de Tejada, décédé. Réélu depuis lors sans interruption, il obtint, au scrutin du 14 octobre 1894, 24,220 suffrages, contre 11,000 donnés au seul libéral opposé à la liste catholique.

Il a principalement défendu les intérêts agricoles dans l'enceinte parlementaire; il y a aussi énergiquement combattu la cession de Baerle-Duc à la Hollande. Il fut rapporteur du budget des recettes et des dépenses extraordinaires pour l'exercice 1893 et pour l'exercice 1895.

M. Dierckx est officier de l’Ordre de Léopold et commandeur de l'Ordre de Saint-Grégoire le Grand.

---

(Extrait de Turnhout in het verleden en het heden, Turnhout, J. Splichal, 1905, pp. 180-182)

PETRUS JOSEPHUS MARIA ANTONIüS DIERCKX, 21 maart 1889 — 17 november 1895. Hij werd geboren te Turnhout, den 10 juni 1828, en was de oudste zoon van don voorgaanden burgemeester J. A. A. Dierckx. Hij deed zijne volledige humaniora in het college der EE. PP. Jezuïeten te Aalst, van october 1840 tot augustus 184G, en begon zijne hoogere studiën den 15 october van hetzelfde jaar aan de Hoogeschool van Leuven. Hij won er de volgende academische graden, meest alle met onderscheiding : candidaat in wijsbegeerte en letteren 18 september 1847 ; doctor in de rechten, 8 april 1850 ; doctor in staatkundige en bestuurlijke wetenschappen, 5 mei 1851 ; candidaat notaris, 10 mei 1851. Na zijne geboortestad weder te zijn ingetreden, huwde hij mej. Isabella Joanna Francisca Hendrickx, geboren te Turnhout op 6 april 1831, die hem eene sclütterende kroon van 8 zonen on 3 dochters schonk, waartusschen vijf den priesterlijken staat aannamen. Notaris benoemd zijnde, den 2 maart 1861, in de plaats van zijnen vader, bleef hij in dit ambt tot den 12 mei 1890, als hij werd opgevolgd door zijnen zoon Aloisius. Zijne politieke loopbaan begon met zijne benoeming als gemeenteraadslid, den 21 december 1865. Opvolgens werd hij schepen van financiën, den 17 december 1866, welk ambt hij tot aan zijne benoeming van Burgemeester, den 21 maart 1889, waarnam. Waardige opvolger van J. A. C. Hoefnagels bleef hij aan het hoofd der stad tot na de gemeen tekiezing van 17 november 1895, wanneer hij om zijnen hoogen ouderdom geen vernieuwing van mandaat meer aanvaardde. Den 3 maart 1887 verving hij in de Kamer der volksvertegenwoordigers, den overleden heer de Zerezo de Tejada, als afgevaardigde van het arrondissement Turnhout ; hij behield dezen zetel tot de kiezing van 27 mei 1900, wanneer hij geene kandidatuur meer aannam.

De bijzonderste redevoeringen die hij in de Kamer en elders uitsprak waren : F te Turnhout, op het graf der gesneuvelde patriotten van 1789 (3), 11 augustus 1889; 2"" in de Kamer (4), tegen de verruiling van het Belgische dorp Baerle-Hertog met Holland ; te MoU (5), ter gelegenheid der feesten van den Boerenkrijg, 4 september 1898 ; in de Kamer, als verslaggever van het budjet der inkomsten en buitengewone uitgaven voor 1893 en 1895, en namens de middenaf deeling, zijn verslag (1) nedergelegd den 27 juni 1899 over de wet ter beteugeling der onzedelijke liederen, door hem aan den minister van Justitie reeds gevraagd op 9-15 februari 1898, welke met eenige wijzingen in 1902 is gestemd geworden.

Hij was ook medestichter, op 30 maart 1875, van de Turnhoutsche Katholieke Kiesvereeniging, eerst voor de stad, korts daarna voor het kanton, en later voor het arrondissement ingericht, waarvan hij sedert de instelling tot in de vergadering van april 1889, voorzitter is geweest. In deze hoedanigheid leidde hij de grootsche beweging te Turnhout en in de Kempen tegen de ongelukswet van het lager onderwijs, 1 juli 1879, welke 50 gemeenteraden op 52 en 19/20 der huisvaders van het arrondissement met de krachtigste verontwaardiging verwierpen in een verzoekschrift door hem opgesteld en aan de Kamer overgebracht. Al deze werken toonen beter dan ijdele woorden wat P. Dierckx gedaan heeft voor de stad en het arrondissement. Zijn ijvervol en christelijk leven werd beloond met de benoemingen in het Leopoldsorde, van ridder, den 9 juni 1889, van officier, den 29 september 1894 ; met de vereering van het burgerlijk kruis van P klas, den 20 mei 1898 ; met de verheffing in het orde van den H. Gregorius den Groote, tot ridder, den 15 juli 1879, tot commandeur, den 10 september 1886.

---

(Extrait de Gazet van Antwerpen, du 13 janvier 1921)

Dood van Petrus Dierckx

(Bijz. br.) Een der achtbaarste families onzer stad is in diepen rouw gedompeld door het afsterven van M. Petrus Dierckx heden godsvruchtig overleden in den gezegenden ouderdom van 92 jaren. De afgestorvene was gedurende lange jaren volksvertegenwoordiger en burgemeestér van Turnhout. Onschatbare diensten heeft hij gewezen aan onze partij, aan het Vaderen en vooral aan de stad Turnhout.

Hij de stichter der katholieke associatie onzer stad, gedurende gansch zijn leven was hij een vurige strijder voor de goede zaak. Wij herinneren ons nog toen de aflijvige in de Kamer zetelde ; en een liberale volksvertegenwoordiger den spot dreef met de priesters, hij den spotter tot zwijgen bracht met te zeggen : “Mijnheer, ik heb zes zonen priester. en ik duld met dat gij hen bespot!...” De spotter vroeg verschooning en zette zich neer.

Ter oorzake van zijnen ouderdom, weigerde hij eindelijk nog de vernieuwing van zijn mandaat van volksvertegenwoordiger en van gemeenteraadslid te vragen, en trok zich terug uit het politiek leven, toch bleef hij steeds veel belang stellen in al wat het politiek leven aanbelangde.

Omringd van liefdevolle zorgen is de achtbare oud-burgemeester in den Heer ontslapen. Hij was geboren op 10 Juni 1828 en was de oudste inwoner onze stad. Wij bieden aan de geachte familie Doerckx onze gevoelens van christene deelneming.