Van Wambeke Victor, Paul, François catholique
né en 1813 à Alost décédé en 1896 à Alost
Représentant entre 1864 et 1896, élu par l'arrondissement de Alost(Extrait du Denderbode, du 11 août 1889)
Aan VAN WAMBEKE.
Op 't oogenblik dat ons nummer gaat verschijnen, zal het gespel van onzen vrolijken Beiaard en het klokkengebrom onzer St-Martinuskerk aankondigen, dat hel arrondissement Aalst, morgen Zondag, den 25e verjaring gaat herdenken van de eerste verkiezing als van achtbaren heer Victor-PauIus Van Wambeke, burgemeesler onze stad.
Het zal dus, denken wij, niet ongepast wezen, bij deze zilveren jubelviering, eenen terugblik in 't verledene te werpen en aldus de politieke loopbaan af te schetsen van den Held der feest, den leider der Aalstersche Catholieken, en tevens te bewijzen dat, dank zij de volharding en taaien moed van Hem en zijn strijdgenoten welke ten meerderen deele het tijdelijke het eeuwige hebben verwisseld, aan de Catholieke Partij die opvolgende zegepralen werden voorbereid die het liberalismus hier met machteloosheid hebben geslagen.
Wij willen bezonderlijk door dien terugblik in 't verledene hel karakter van den politieken strijder doen uitschijnen. Gedurende die lange reeks van jaren zien wij Hem gestadig op de bres. Nooit ontmoedigd, wat nederlagen, wat wederwaardigheden in 't politiek leven ook ; heden overwonnen, geslagen, des anderendags met nieuwen iever, met verdubbelden moed ten strijde voor de groote zaak van Godsdienst Vrijheid en Vaderland.
Vrienden aan welken wij het voornemen te kennen gaven van in “Den Denderbode”, de bezonderste gebeurtenissen betrekkelijk de kiezingen van ‘t arrondissement en de stad Aalst, te rekenen van 1848, kortbondig mede te deelen, hebben dat ons ontraden. Wij deelen hunne zienswijze niet. Voor ons zijn alle de nederlagen welke den achtbaren Jubilaris heeft ondergaan, zoo veel eervolle verwondingen op het eereveld ontvangen. Bij Hem die wonden aanprikkelingen tot nieuwe kampen die den eindelijken zegepraal zouden verhaasten.
De achtbare Jubilaris werd te Aalst geboren den 27 Augusti 1813. Na zijne lagere studiën voltrokken te hebben ter kostschool van Gijsegem en in 't coIlegie van Aalst, volgde hij de leergangen der Gentsche Hoogschool en verwieft het diploma van rechtsgeleerede den 9 Augusti 1834.
In 1848, bij de gemeentekiezing trad de heer Van Wambeke, voor de eerste maal in het politiek strijdperk. Hij stelde zich aan 't kiezerskorps voor, in vervanging van zijnen achtbaren vader welke, gedurende 37 jaren, met het mandaat van gemeenteraadslid werd vereerd en zich uit hoofde van hoogen ouderdom uit het politiek leven terugtrok.
De catholieke candidaten leden de neerlaag ; het catholiek bestuur van den heer baron Fréderic vander Noot verdween om plaats te maken voor het liberal bestuur De Gheest, dat hier 18 jaren lang troonde.
Bij de gemeentekiezing van 1851 de Aalstersche catholieken weer ten strijde en de achtbare Jubilaris was weer een der candidaten. De liberalen triomfeerden nogmaals.
Niet alleen streden de Aalstersche catholieken op 't gemeentelijk gebied, maar ook op dat van de provinciale belangen en der beide wetgevende korpsen.
In Juni 1848, waren de liberalen er ingelukt ons arrondissement te veroveren. Wij waren alsdan vertegenwoordigd door 1 catholiek senateur, 1 liberalen senateur en 3 liberale volksvertegenwoordigers.
De strijd om ons arrondissement aan die liberale heerschappij te ontrukken was tamelijk hard en de achtbare Jubilaris nam er, gelijk gewoonlijk, zijn groot deel van.
Bij de ontbinding van 't senaat, in 1851, op de kwestie, der erfenisrechten in rechte lijn, traden de catholieken in 't worstelperk. De catholieke candidalen MM. Baron H. de la Faille en graaf d’Hane de Potter werden in de kiezing van 30 September met eene verbazende meerderheid gekozen.
Het jaar later, in 1852, veroverden de catholieken opnieuw 't arrondissement Aalst. De heeren Jan de Naeyer, De Ruddere en Portemont werden met eene meerderheid van 530 stemmen tot volksvertegenwoordigers gekozen.
Sedertdien zijn de liberalen slechts bij tusschenpozen in 't strijdperk getreden.
De vertegenwoordiging van ons kanton in den Raad onzer provincie, was ook in de macht onzer liberale tegenstrevers. In Mei 1856, werden 3 catholieke candidaten op 5 voorgesteld en zij zegepraalden.
In 1860, werden de liberalen op 't provinciaal gebied doodelijk geslagen en sedertdien hebben zij zich bij iedere kiezing onthouden.
De gemeentekiezing van 1857 zag de heer Van Wambeke nogmaals onder de catholieke candidaten optreden. Twee dezer laatsten, wijlen de heeren Désiré Vander Heyden en Romanus De Wolf, waren onder de gekozenen en er ontbraken aan den Jubilarus en aan den heer baron Paul Bethune, slechts vier stemmen om ook gekozen te wezen.
In 1860, telt men opnieuw den heer Van Wambeke onder de catholieken candidaten voor den gemeenteraard.
Nieuwe nederlaag.
Nieuwe strijd in 1863 met vier candidaten, doch dees maal zonder den Jubilaris. Nogmaals teleurstelling.
Dan daagde eindelijk 1866 op, het roemrijke jaar onze verlossing uit de klauwen van den liberalen kwelduivel en belastingsmeder. De catholieke candidaten triomfeerden met eene meerderheid van meer dan 30 stemmen.
Van den af, ongeminderd in 1869, zagen de catholieken bij iedere gemeentekiezing hunne pogingen met roemrijke zegepralen bekronen.
Bij koninklijk besluit van 29 Juli 1871, werd, door Z. M. den Koning, aan den Jubilaris het gewichtig ambt van eersten magistraat onzer stad toevertrouwd.
Spreken wij nu over de Kamerkiezingen van 1861 en 1864.
In 1861, en ter oorzake van oneenigheden tusschen de catholieken van ons arrondissement opgerezen, waren de liberalen er ingelukt den heet Cumont, vader, in de wetgevende kamer te brengen.
De liberale meerderheid der Volkskamer berustte, in 1863-1864, op eene enkele stem, op deze van heer Cumont, wiens gezondheidstoestand reeds, door den ouderdom, zeer geschokt was.
De heer Cumont overleed in juli en 1864 en met hem verdween de liberale meerderheid.
De Volkskamer werd ontbonden en de Kiezingen voor hare vernieuwing vastgesteld op 11 Augusti.
De achtbare Jubilaris, werd alsdan, door de afgeveerdigden, als een der drij candidaten uitgeroepen.
Op Zondag 31 Juli 1864 hield de Bewarende Denkwijze van de stad en kanton Aalst, eene algemeene vergadering in haar lokaal « De Gouden Leeuw » aan de Hopmarkt, aan de welke de drij candidaten tegenwoordig waren.
In het verslag, medegedeeld door “Den Denderbode” van Zondag 7 Augusti 1864, treffen de volgende geloofsbelijdenis aan van den nieuwe candidaat M. van Wambeke :
“Nadien was het de beurt van M. Van Wambeke, welkeni in de flige en welgepaste woorden de verklaring van principen herhaelde, die hy voor de kantonsafgeveerdigden had te gegeven. Met nadruk op onze godsdienstige burgerlyke vryheden ons door de constitutie gewaerborgd aendringende, zegde M. Van Wambeke dat hy coor derzelver handhaving al ziyne krachten zal inspannen en zich ten pligte maken steeds ter verdediging op de bres te staen, als deze of andere belangen zyner lastgevers het het zullen vereyschen. Op deze plechtige verklaring met een uytgelezen talent en welsprehendheyd afgeleyd, berstte een hourra van klaerlyk te kennen gaf dat de redenaer ’t gemoed der kiezers gevonden en hunne volkomene goedkeuring verworven had.”
Op den dag der stemming bekwam de achtbare Jubilaris 1562 stemmen en zijn liberale tegenstrever M. Cumont, zoon, 1070, dus bijna 500 stemmen meerderheid.
Wij durven het luidop zeggen, zonder vrees van ernstige tegenspraak, gedurende de 25 jaren, dat het kiezerskorps des arrondissements Aalst aan den achtebaren Jubilaris zijn vertrouwen schonk, is hij aan zijne geloofsbelijdenis getrouw gebleven. Altijd en in alle omstandigheden, verdedigde onze catholieke vrijheden, Vlaamsche rechten en stoffelijke belangen en dat met ongemeenen iever, moed en belangloosheid…
Tot vergelding zijner eervolle en moedige houding ter Volkskamer, vereerden zijne medeleden Hein met het 2e Ondervoorzitterschap.
De bevolkingen van 't arrondissement Aalst zijn Hem hierover dankbaarheid verschuldigd en deze gaan zij Hem morgen betoonen door de plechtige viering van zin zilveren jubelfeest.
Aalst, Aalst, zijn geboortestad en welker eerste magistraat hij is, zal niet ten achterblijven. Niet alleen zullen de huizen bevlagd zijn, maar uit alle ware Catholieke en Vlaamsche boorsten zullen morgen de geestdriftige kreten opgaan welken wij in naam der Catholieke Vereeniging aanheffen :
Leve lang Van Wambeke !
Weze nog veie jaren onzen Volksvertegenwoordiger en burgemeester !
(Extrait du Denderbode, du 6 décembre 1896)
Vrijdag is alhier in den gezegenden ouderdom van meer dan 83 jaren godvruchtiglijk overleden den achtbaren heer Victor-Paulus-Frans-Joseph VAN WAMBEKE, advocaat, Oudondervoorzitter der Volkskamer, Oudburgemeester der Stad Aalst, Voorzitter der Katholieke Vereeniging onzes Arrondissements, Voorzitter der Koninklijke Harmonie enz., Commandeur der Leopoldsorde, Commandeur der Koninklijke Kroon van Roumanie, vereerd met het Burgerlijk kruis van eerste klas.
De achtbare overledene werd geboren te Aalst den 27 Oogst 1813.
Na de voltrekking zijner lagere studiën ter kostschool van Gijsegem en aan 't college te Aalst, volgde hij de leergangen der Gentsche hoogschool en verwiert het diploma van rechtgeleerde den 9 Augusti 1834.
In 't begin zijner loopbaan Iiet M. Van Wambeke zich weinig met de politiek in. 't Was slechts in 1848 dat hij 't politiek strijdperk binnentrad, als catholieke candidaat in de gemeentekiezing van Augusti. Hij stelde zich toen aan 't kiezerskorps voor in vervanging van zijnen achtbaren vader, welke, gedurende 37 jaren, met het mandaat van Gemeenteraadslid werd vereerd, en zich om rede van hooge jaren terugtrok.
De catholieken leden de nederlaag doch zij verloren den moed niet, want in al de volgende gemeentekiezingen traden zij op en altijd kwam de naam van M. Van Wambeke op de candidatenlijst voor.
M. Van Wambeke was een der herinrichters, een der leiders van de catholieke partij in onze Stad Aalst en ook in ons Arrondissement !
In 1866, zegevierden eindelijk de catholieken in de gemeentekiezing van Oct. en sedertdien werd het mandaat 't welk den overledene dan door 't vertrouwen zijner catholieke medeburgers, werd geschonken bij iedere latere gemeentekiezing vernieuwd tot dat hij, door den last der jaren gedwongen, in 1895, van de vernieuwing ervan afzag.
Bij koninklijk besluit van 21 Juli 1871 werd de eerzame overledene Burgemeester onzer Stad benoemd en bleef dien eerepost bekleeden tot einde December 1895, dus gedurende bijna 25 jaren.
Wij mogen hel zeggen altijd heeft M. Van Wambeke, den bloei, den vooruitgang onzer Stad onder zedelijk en stoffelijk opzicht en de welvaart van alle zijne medeburgers betracht. Vele diensten heeft hij gedurende zijne overheerlijke politieke loopbaan aan de Aalstenaats bewezen, waarover alle rechtzinnige herten van hem eene dankbare nagedachtenis zullen blijven bewaren.
M. Van Wambeke telde vele zeer vele vrienden maar ook eenige vijanden, maar 't waren vijanden tot der dood, arglistig en boosaardig tot den hoogsten graad en die meer dan eens, zelfs nog in deze laatste tijden, hunnen onverbiddelijken haat lieten blijken. Maar laten wij dit ter zijde.
Verlaten wij nu 't gemeentelijk gebied om op het wetgevende te treden :
In Juni 1848, gelukten de liberalen er in ons Arrondissement te veroveren. De catholieken waren toen ter wetgevende Kamers slechts door één senateur vertegenwoordigd en de liberalen door één senateur en drij volksvertegenwoordigers.
De strijd om de overhand aan de liberalen te ontrukken was hard en hier trad M. Van Wambeke andermaal als een der inrichters, als een der leiders op. Bij de Senaatskiezing in 1851 en de kiezing voor de Volkskamer in 1852 zegepraalden reeds de catholieke candidaten met groote meerderheid. Van dan af waren de liberalen verslagen om niet meer op te staan, want slechts dorsten zij slechts dan en dan eens in 't strijdperk treden.
De achtbare overledene nam ook grootelijks deel in den strijd op 't provinciaal gebied en, in 1860, werden de liberalen verslagen om nooit meer op te staan.
Ten gevolge der dood van M. C. Cumont. in 1864, welke ter oorzake van oneenigheid onder de catholieken, volksvertegenwoordiger was gekozen, werd de Volkskamer ontbonden.
M. Van Wambeke werd door de Afgeveerdigden des Arrondissements, als den derden candidaat aangewezen voor de kiezing van 11 Oogst 1864.
De eerzame overledene bekwam 1562 stemmen tegen 1070 uitgebracht op M. Cumont, zoon.
Sedertdien werd zijn mandaat van volksvertegenwoordiger bij iedere kiezing vernieuwd en op 11 Oogst 1889 vierden wij zijn zilveren Jubelfeest als volksvertegenwoordiger.
In de ballotteering van 9 December 1894, werd hij door de samenzweering der valsche christene demokraten of verraders, liberalen en socialisten overwonnen.
In de volkskamer was M. Van Wambeke een der invloedrijkste leden, geacht en geeërbiedigd door zijne medeleden welke hem in zitting van 12 November 1884 tot 2e Ondervoorzitter verkozen en bleef hier ook 't vertrouwen zijner collegas onafgebroken waardig.
De achtbare overledene verdedigde in de Volkskamer altijd zonder vaar noch vrees de zedelijke en stoffelijke belangen zijner mandanten ; onze catholieke rechten en vrijheden lagen hem immers nauw aan het hart.
M. Van Wambeke was een man van ongemeene wilskracht en krachtdadigheid ; 't was een Vlaming kortaf en dat zegt alles.
In de kwestie der kerkhoven aarzelde hij niet het dekreet van prairial jaar XII uit te voeren tot behoud onzer gewijde rustplaatsen en werd hierom rechterlijk vervolgd.
Toen de ongelukswet van 1884 moest ten uitvoer gebracht worden, weigerde hij zijne medewerking en was het liberaal ministerie menigwerf verplicht Jantje de aanplakker en andere speciale commissarissen af te zenden.
De Vlaamsche zaak trof in hem een vurige voorstaander aan ; aan hem en eenige zijner medeleden zijn wij de verovering onzer Vlaamsche taalrechten en vrijheden verschuldigd.
De catholieke bevolkingen onzer Stad en van ons Arrondissement en ook de Vlamingen zullen de nagedachtenis van Hem welke zoo ievervol en moedig voor 't behoud hunner dierbaarste rechten en vrijheden heeft gestreden en voor hunne welvaart zijn gansche leven heeft opgeofferd in dankbare herinnering bewaren.
Hij ruste dus in vrede !
De Lijkdienst gevolgd van de Begrafenis, Maandag 7 December, om 10 1/2 uren ter collegiale kerk van den H. Martinus. Vergadering ten sterfhuize om 10 1/4 uren.
De begrafenis van M. Van Wambeke zal met de zelfde plechtigheden plaats hebben alsof hij nog dienstdoende Burgemeester onzer Stad ware.
Al de catholieke Maatschappijen worden verzocht de Begrafenis met standaard of kartel bij te wonen.
(Extrait du De Dendergalm, 6 décembre 1896)
Dood van M. Van Wambeke.
Donderdag namiddag is M. Van Wabeke oud-burgemeester van Aalst, oud-Volksvertegenwoordiger van ons Arrondissement in den ouderdom van 84 jaren overleden.
Miinheer Van Wambeke behoorde in zijne jeugd tot de liberale partij, doch liep naar de klerikalen over en toen werd hij na eenen strijd, die dreigde tot de scheuring der katholieke partij over te slaan verkozen boven een katholiek, die immer aan zijne grondbeginselen getrouw was gebleven.
De klerikale partij heeft aan den heer Van Wambeke een groot deel harer macht te danken, hij was 't werktuig dat de domperskar moest voortslepen. Al het kwade mogelijk heeft M. Van Wambeke berokkend aan de partij die hij had verloochend en als politiek man hebben wij hem immer heftig bestreden.
Als mensch willen wij over hem niet spreken, wij eerbiedigen den doode, die in Aalst zoolang eene overwegende rol heeft gespeeld, gelijk wij overingens het hoofd ontblooten voor allen, die den dood heeft neergeveld.
Als volksvertegenwoordiger heeft M. Van Wambeke zich geenszins onderscheiden, dan door zijne stilzwijgendheid. Hij bekleedde lang den zetel van ondervoorzitter in de Kamer.
Op het einde van zijn leven werd M. Van Wambeke door de partij, welke hij uit het niet had geroepen, minachtend terzijde geschoven en tegen wil en dank heeft hij het politiek levenvaarwel moeten zeggen. Wellicht hebben de laatste politieke gebeurtenissen er niet weinig toe bij gedragen om het einde van den grijsaard te verhaasten.
Dat de eeuwige rust hen zacht weze, ziedaar alles wat wij den politieken tegenstrever toewenschen. We laten aan anderen over hem als mensch te beoordeelen. Wij hebben hem bestreden, maar die strijd heeft in ons hart noch bitterheid noch wrevel opgewekt.
Hij ruste in vrede.
(Extrait de J.L. DE PAEPE – Ch. RAINDORF-GERARD, Le Parlement belge 1831-1894. Données biographiques, Bruxelles, Commission de la biographie nationale, 1996, pp. 595-596)
Docteur en drot de l'université de l'Etat de Gand (1834)
Avocat au barreau de Gand (1834-1868) puis avocat au barreau de Termonde (1868-1896), juge de paix suppléant du canton d'Alost (1845-1883)